Mijn schoonvader is aan sterven. Niet helemaal onverwachts, maar het jaar, of misschien wel twee, waar we nog wel op hoopten, werd van de één op andere dag ingekort naar een week. Of twee.
Daar zit je dan opeens als uitvaartondernemer, aan de andere kant van de tafel. Met die uitvaart komt het wel goed. Al is het wel anders nu het afscheid dichtbij komt. ‘Stop mij maar in de kliko’ blijkt bij nader inzien toch geen goed plan. Een fijn afscheid moet het worden, zonder sprekers, maar informeel en met ‘genoeg te eten op d’n toffel’. Dat komt wel goed.
Zover zijn we nog niet. Nu is het zoeken naar contact met de huisarts, de thuiszorg, de oncoloog. Overleg over hoe erg het is. Wat kunnen we nog doen? Wat moet er sowieso nog gedaan worden? Palliatieve zorg, het VTT-team. Aan het regelwerk heb je al een dagtaak. Alles uit je handen laten vallen en de mouwen opstropen. Een bed in de woonkamer, ontbrekende medicatie bestellen, hulpmiddelen regelen. Zoeken, bellen, praten en regelen. Alles voor een comfortabele dood. Want dat is wat iedereen nastreeft: dat je comfortabel sterft. Comfortabel is een boel gedoe.
Het grote verdriet moet nog een plek krijgen. Mijn schoonvader was graag nog even doorgegaan; in juli tenniste hij nog fanatiek. Dus er zijn veel tranen die gelaten moeten worden. Gelukkig wisselt hij die af met veel glimlachen, in het bijzonder als zijn twee dochters en -vooral- de kleinkinderen komen. Dus iedereen wipt af en aan. Met lekkers dat opa niet meer lust. Opa spreekt nog wel even zijn zorgen uit aan de kleinkinderen. Dan is ook dat gezegd.
Zo komt het einde iedere dag een stukje dichterbij. Telkens geeft mijn schoonvader meer uit handen. En voor iemand die graag alle touwtjes in handen had, is dat geen sinecure.
En dan heb je nog alle mensen die de hele dag bellen met weliswaar goede intenties, mensen die ‘ervan gehoord hebben’. Die willen weten hoe het gaat, maar tegelijkertijd was het al zo lang geleden dat ze ook even willen bijkletsen. Dat kost tijd. Kostbare tijd, die er helemaal niet meer is. Een tip: stuur bloemen of een kaartje. Laat zo weten dat je aan iemand denkt.
Vaak komen Marco en ik als uitvaartondernemers pas binnen als iemand overleden is. Het is goed om je te realiseren dat de nabestaanden ook een weg naar de dood zijn gegaan. En ook daarna nog weer de weg terug naar het leven moeten vinden. Soms is de dood een verlossing, soms komt hij veel te snel. Doodgaan is een boel gedoe. Naar nabestaande zijn is ook verre van een feest. Konden we dat maar wat comfortabeler maken.
❤️
P.S. Dit verhaal verscheen eerst op Linkedin. Met de foto van de afhaalchinees. Dat vond mijn schoonvader altijd top!